Genoeg Passie

kruis_minderbroedersstrIn het zuiden kun je er niet om heen. Op alle mogelijke plekken staan in Limburg crucifixen opgesteld. In kapelletjes, op bedevaartplekken, op kruisingen van landwegen. En ook aan de achterkant van de protestantse Minderbroederskerk hing een meer dan levensgrote Christus. Maar ik moet u bekennen: in al die jaren dat ik in Limburg heb gewoond, ben ik er nooit helemaal aan gewend geraakt. Misschien is dat ook wel de bedoeling van een crucifix, een wegkruis, dat het de argeloze voorbijganger wil herinneren aan het enorme offer, dat de uitgebeelde mens aan het kruis had gebracht. Maar op mij had het een averecht effect. Bij mij riep het geen dankbaarheid op, maar veel meer afschuw. Want dag in dag uit zag ik een gekweld mens aan een gruwelijk martelwerktuig hangen. En meer dan eens dacht ik dan aan een liedje van Herman van Veen over een wonderlijke man.

Ik ken een wonderlijke man
Een heel bijzonder vreemde man
Een man die stottert niks weet te zeggen
Behalve als hij zingen kan

Laatst is hij opgepakt door mannen
Hij ziet nu in een opvanghuis
Want hij trok met een nijptang telkens weer
De spijkers uit de handen van Jezus aan het kruis.

Hier in het noorden is het kruis leeg. Zonder corpus, zoals dat in vaktaal heet. Nog steeds geen leuk gezicht, als je weet waarom de Romeinen het kruis ooit hebben uitgevonden, maar toch een stuk beter te verdragen. Want, zo heb ik ooit geleerd, protestanten, leggen de nadruk niet zo zeer op het lijden van deze ten dode toe gemartelde mens, als wel op zijn opstanding, c.q. opwekking.
Maar kan het zijn, dat christenen in deze streken met een inhaalslag bezig zijn? En nu wedijveren wie het lijdensverhaal zo goed en zo getrouw mogelijk weet uit te beelden? Want overal lijkt het katholieke passiespel nu weer op te duiken. Vorig jaar in Gouda, het jaar ervoor in Den Haag, daarvoor in Rotterdam, dit jaar in Groningen, Leeuwarden, Bolsward. En dan heb ik het nog niet over de enorme belangstelling elk jaar weer voor de Matthäuspassion of de rockmusical Jesus Christ Superstar.
En eerlijk, ik kijk er met verbazing naar. Want het passiespel is van oorsprong een uit de middeleeuwen stammend mysteriespel. In een tijd, waarin het latijn nog de algemene voertaal in de kerk was, raakte het passiespel in korte tijd bijzonder populair, juist omdat het in de volkstaal werd opgevoerd (zo rond Goede Vrijdag en Pasen). Het gebruik duurde voort tot in de 16e eeuw. Toen maakten de reformatoren er korte metten mee. In de 17e eeuw leefde de traditie van het passiespel weer op; eerst in het Duitse Oberammergau (1634) en later in andere Europese landen als Oostenrijk, Frankrijk, België. Pas vrij laat drong het tot ons land door. Drie eeuwen later – in 1931 – had Tegelen de primeur van het allereerste passiespel op Nederlandse bodem.
Maar nu meer dan tachtig jaar later lijken ook de protestanten het passiespel te hebben ontdekt. Met alle toeters en bellen van de moderne media is het een mega-event geworden: met veel bombast, veel, heel veel muziek en veel emotie. Verraad, lijden, geweld, marteling, bloed vechten om de voorrang. Wie ooit de film The Passion van Mel Gibson heeft gezien, begrijpt wat ik bedoel.
Maar bij elk nieuw passiespel vraag ik me af: met welke bedoeling moet ik met alle geweld geconfronteerd worden met deze gruwelijke geschiedenis? Als ik dagelijks al lees van de afzichtelijke oorlog in Syrië, als ik hoor van de laffe moord op pater Frans van der Lugt, de laffe moord op oorlogsfotografe Anja Niedringhausen in Afghanistan, de herdenking van de genocide in Rwanda. Het kwaad, dat mensen elkaar aandoen, het geweld waarmee mensen elkaar naar het leven staan, gijzelt mij elke dag opnieuw aan de televisie. Waarom dan nog een extra lijdensverhaal er aan toegevoegd? Als er al zoveel bestaan?
Het enige antwoord wat ik kan bedenken, ligt in het geheim van Pasen. Want van deze gemartelde mens weten we, of beter geloven we, dat God hem niet in de steek heeft gelaten. Maar hem trouw is gebleven. Althans, dat is de conclusie van zijn volgelingen, zijn leerlingen geweest. Nadat deze mens aan hen is verschenen na zijn dood. Als eerste aan Maria, en daarna aan Petrus en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen, aldus de apostel Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs.
rembrandt emmaus gangersVroegere schilders hebben die verschijningen vele malen onbevangen uitgebeeld. Denk bijvoorbeeld aan het aantal schilderijen dat Rembrandt heeft gemaakt alleen al over het verhaal van de Emmaüsgangers. Maar kijkend naar Rembrandts weergaves lijkt het mij alsof het paasverhaal in onze tijd het meer en meer moet afleggen van het passieverhaal; lijkt het mij of het verhaal van de opstanding, van de verschijning van de opgestane Jezus meer en meer verbleekt bij de realistische kleuren van het lijden en de marteling. En zou dát misschien kunnen komen, omdat we ons marteling en geweld, bloed en verraad zoveel beter kunnen voorstellen, zo veel beter kunnen begrijpen? Omdat het zo realistisch is? Omdat ons dagelijks nieuws er bol van staat?
Maar juist daarom verkies ik het paasverhaal boven al het andere. Omdat het zo dwars tegen alle onze feiten, al ons realisme en onze wetmatigheden ingaat. Omdat het ‘bij God’ onmogelijk lijkt, dat een ten dode gemarteld mens na zijn dood levend aan zijn vrienden verschijnt, hen bij name noemt, hen zijn littekens toont, hen het brood reikt.
Okee, het laat zich misschien niet meer zo onbevangen uitbeelden als op vroegere schilderijen, maar elke keer als ik de verhalen lees hoe deze mens door zijn vrienden herkend werd, hoe hij hun harten deed branden, hoop ik dat het verhaal van de opstanding zich opnieuw als waar zal laten ervaren. Waar in de zin van: hoe mensen hun verdriet, hun trauma’s te boven zijn gekomen en een nieuwe betekenis aan hun leven hebben kunnen geven. Dat is voor mij het eigenlijke wonder. Kan een mens op eigen kracht uit zo’n diep dal te voorschijn komen? Toch alleen, wanneer ze vanuit de hemel zijn aangeraakt, zijn aangesproken. En ook al weet ik dat wat er aan vooraf is gegaan, niet gemist kan worden, de enige reden voor mij om het paasverhaal door te vertellen ligt in de troost, die het wil geven, in het uitzicht, dat het wil bieden, in de hoop, die het wil wekken. Zoals ooit Maria Magdalena het huis kwam binnenstormen met ‘Ik heb de Heer gezien!’ En alles vertelde wat hij tegen haar gezegd had.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*