‘GYSBERT’

De naam Gysbert is anders dan verwacht niet afgeleid van de friese dichter Gysbert Japicx, maar van de gelijknamige toneelvereniging, waar zowel de ouders van Johan Cnossen als Gerard Rinsma lid van waren. Zij kenden elkaar al van de middelbare school, hadden in enkele gelegenheidsprojecten al samengewerkt: o.a The White Dove, 1977, project 1978 en in 1979 werden de eerste demo’s gemaakt in de huiskamer van Gerards ouders. Met deze demo’s gingen zij naar Wobbe van Seijen, van Universe Productions, die er echter weinig heil in zag. Door zanger, troubadour Roel Slofstra op het spoor gezet van de pas opgerichte vereniging Tsjoch, traden Gerard en Johan voor het eerst op op het 3de Tsjoch festival in Workum, in de Klameare in 1980. Daar kwamen zij in contact met Henk Dijkstra, een virtuoos op de 12-snarige gitaar.

De samenwerking duurde twee jaar en om het unieke materiaal niet verloren te laten gaan, besloten Gerard en Johan om een elpee in eigen beheer op te nemen.

De elpee Doekele’s Kafee was het begin van een bescheiden bekendheid in het folk-circuit. Via Hans Jonker, die samen met zijn broers de plaats van Henk Dijkstra had ingenomen, kwam Gysbert in aanraking met koperblaasmusici. Op hun tweede elpee werd al één nummer samen opgenomen, de derde elpee was in zijn geheel gevuld met voor koper gearrangeerde nummers.

Vanaf die tijd trad Gysbert bij voorkeur op met het vijfkoppige koperkwintet Mellow Brass en toen zangeres Rinske van der Meer de leadzang van Gerard kwam versterken stond de band in het laatste seizoen met tien man op het podium.

Het afscheidsconcert op 9 april 1989 in de Skans te Gorredijk werd voor die gelegenheid vastgelegd en uitgebracht in eigen beheer onder de naam Folk en Fanfare, Brass en Ballade. Op deze opname, eerst op tape en later op Cd uitgebracht, is goed te horen hoe Gysbert zich in de negen jaar ontwikkeld had en hoe breed hun muziek geworden was.

Maar tegelijk beseften alle leden dat de grenzen van een niet-professionele band bereikt waren en besloot Gerard Rinsma, die al die jaren vanuit Amsterdam en sinds 1986 als dominee in het friese Grou de band had geleid, om haar op te heffen.

De band kon terugzien op een aantal hoogtepunten, waaronder in 1985 een aantal optredens in West-Berlijn, deelname aan een NCRV-programma voor nieuw talent en een bescheiden airplay. En verder het aanbieden van de eerste exemplaren van hun drie elpees aan respectievelijk drs. J. Mulder, destijds gedeputeerde voor cultuur in de Friese PS, Rink van der Velde, schrijver en tenslotte in de Sint Piter kerk van Grou aan Gysbert Japicx himself.

Uit dat laatste blijkt wel dat de band veel pretenties had, die ze echter nooit helemaal waar heeft kunnen maken. Ze bleef consequent vasthouden aan het friestalige, merendeels door Gerard Rinsma geschreven repertoire, lang voordat andere groepen er landelijk mee doorbraken. Ze bleef ook consequent spelen in het folkcircuit, waarbinnen zij eigenlijk niet meer paste.