Alles voor de consument?

Startzondag Alles voor de consument?

Na mijn vakantie ontdekte ik tussen de post een envelop met daarin een oude krant van vrijdag 20 mei 1966. Eerst begreep ik niet waarom deze oude krant mij zou moeten interesseren; maar opeens zag ik een foto van mijn vader. ‘Kent u deze man?’ staat er in dikke letters.
Het is een advertentie van de plaatselijke kiesvereniging, die meteen ook het antwoord geeft. ‘Natuurlijk kent u deze man, want wie zou de Gorredijkster middenstander, de heer O. Rinsma niet kennen?’ Tot mijn verbazing bleek mijn vader voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1 juni van dat jaar op een verkiesbare plek te zijn gezet: ik heb hem tijdens zijn leven nooit op politieke interesse kunnen betrappen. Ik begrijp dat de mannenbroeders hoopten een bres te kunnen slaan in het rode bolwerk van Gorredijk. Tevergeefs overigens: bij de betreffende verkiezingen bleef de Partij van de Arbeid met een derde van de stemmen de ARP ruim voor. Nu, ruim een halve eeuw later denk ik dat het heel goed geweest is, dat mijn vader destijds niet in de gemeenteraad is gekozen. Hij zou vast ten strijde zijn getrokken tegen de vaart die dwars door het dorp liep en die hem als middenstander een doorn in het oog was. Liever vandaag dan morgen had hij die gedempt willen zien, zodat er – naar het voorbeeld van enkele omringende dorpen – parkeermogelijkheid zou kunnen worden gecreëerd. Helaas voor hem was er – toevallig of niet – een pastoor met gevoel voor traditie en historische betekenis, die
juist met succes een vereniging voor behoud van de zogenoemde Turfroute oprichtte: hij had ontdekt dat deze Opsterlandse Compagnonsvaart uniek in zijn soort was geworden, een laatste overblijfsel van het fijnmazige netwerk van kanalen en vaarten dat Fryslân een eeuw eerder nog kenmerkte. Met een succesvolle PR-campagne – iedere passant kreeg naast een waterkaart een fles Beerenburg, een heerlijke roomtaart en een wimpel aangereikt – wist de pater in een paar jaar tijd duizenden watertoeristen naar de Turfroute te lokken. En mijn vader zich maar verbijten achter de kassa (door schrijver Rink van der Velde naar hartenlust geparodieerd in Bokwerder Belang). Ik denk nog wel eens: hoe zou het dorp er hebben uitgezien, als deze pater, naar wie in het centrum van het dorp een brug is genoemd, niet aan de bel had getrokken? Zou dan alles opgeofferd zijn aan de bereikbaarheid van de plaatselijke middenstand? Zou dan de historische kern ten prooi zijn gevallen aan de wetten van de economie? Het hart van het dorp, gestremd en gedempt ten behoeve van de consument?

Datzelfde gevoel bekroop mij bij de handreikingen, aangeboden door de landelijke kerk, voor de Startzondag. Hoewel je je kunt afvragen of niet elke zondag per definitie een startzondag is en de eredienst het hart is van alle kerkelijke activiteiten, heeft de Startzondag inmiddels een vaste plek in het kerkelijk jaar veroverd. Echter, als ik de thema’s van de afgelopen jaren bekijk, lijkt zich de focus van de startzondag steeds meer gericht op nieuwe bezoekers, gasten van buiten – buitenkerkelijken zo u wilt. Luidde het thema in 2014 nog ‘Met hart en ziel – vieren en verbinden’, in 2015 wordt onder de titel ‘Goede buren’ al voorgesteld om de deur op een kiertje te zetten; in 2016 krijgen we onder het motto ‘deel je leven’ het advies om onze kennissenkring mee te nemen. Om dit jaar onder de wervende titel ‘Kerkproeverij, een open huis’ iederéén uit te nodigen. ‘Het maakt niet uit of je jong, oud, blank, zwart, rijk of arm bent: bij God mag iedereen meedoen. Kerkproeverij is een moment om hier extra nadruk op te leggen.’ Wervend Ja, dat deden mijn ouders ook, als er weer een nieuwe collectie binnen was gekomen; hun klanten uitnodigen voor een wervende modeshow. Mijn broer zet die gewoonte nog altijd voort, zo lees ik op zijn website: Zij is klaar voor een nieuw modeseizoen! Raak geïnspireerd tijdens ons Primeurweekend. Er staat een hapje en drankje voor u klaar en er zijn diverse extra’s.’ Er vallen mij nog meer overeenkomsten op: de handreiking bij de uitwerking van het thema lijkt als twee druppels water op de personeelsinstructies van zijn bedrijf. En waar hij een klanttevredenheidsonderzoek kent, daar worden op Startzondag kinderen en jongeren uitgenodigd om de kerkdienst te beoordelen op inhoud, vorm, sfeer en beleving met cijfersvan 1 (super!) tot 5 (slecht). ‘Rank the Service’ noemt de handreiking dat in onvervalst managementjargon. Een slimme woordspeling, want waar wij bij ‘service’ in de eerste plaats denken aan ‘dienstverlening’ kan het in het Engels ook een kerkdienst aanduiden. De handreiking stelt onder meer voor om aan jongeren en kinderen te vragen of ze zich tijdens de eredienst welkom voelen; of ze lekker kunnen meezingen; of de stoelen lekker zitten; of ze de preek begrijpen, of het aantrekkelijk is om na de dienst te blijven hangen en ten slotte: of ze wat van God ervaren. Ik ben benieuwd welke kerken zich hieraan zullen durven wagen. En ook naar de eventuele uitslag. Ik vrees dat die in de richting van heuse sloop zou gaan. Van alles wat de kerk aan traditie en historiciteit bezit. Van alles wat de kerkdienst waardevol en bijzonder maak. Van alles waarmee de kerkdienst tot eredienst wordt. De kerk is geen winkel Voor mijn vader zou het niets uitgemaakt hebben, want voor hem telde alleen het aantal bezoekers en de grootte van de omzet. Maar een kerk is geen winkel en de bezoekers van de eredienst zijn geen klanten, die je moet lokken door je ‘service’ te verbeteren. ‘Ga er niet te snel vanuit dat ‘hippere’ kerkdiensten de oplossing zijn’, lees ik op een andere website over pioniersplekken. Je moet, zo kun je tussen de regels doorlezen, niet verwachten dat mensen naar je toe komen. Je moet omgekeerd naar mensen toegaan. ‘De pioniersreis begint met luisteren. Vanuit het luisteren ontstaat een beeld van waar mensen behoefte aan hebben en hoe zij gediend kunnen worden. Van daaruit volgen de andere stappen.’ Het is jammer voor de opstellers van de handreikingen, maar die andere stappen leiden niet automatisch naar de kerk cq. kerkdienst. Want, zo lees ik: ‘als we willen dat meer mensen de waarde van het evangelie ontdekken, dan zijn daar zijn andere vormen (dan de kerkdienst, GR) voor nodig, want niet iedereen voelt zich thuis in de kerk zoals we die nu kennen.’ Misschien moeten de opstellers van de handreiking van de Startzondag toch nog eens gaan praten met hun collega’s van de pioniersplekken; wellicht dat we dan volgend jaar een minder tegenstrijdig thema krijgen.